Fatto salvo l'articolo 3, gli Stati membri permettono la detenzione delle armi da fuoco soltanto alle persone che non siano state in precedenza condannate per un reato grave (ad esempio omicidio, rapina, incendio doloso) o per la partecipazione ad esso.
Onverminderd artikel 3 staan de lidstaten het voorhanden hebben van vuurwapens slechts toe aan personen die niet reeds eerder veroordeeld zijn wegens een ernstig misdrijf (b.v. moord, beroving of brandstichting) of wegens deelname aan dergelijke misdrijven.